Wolven houden van wild
Wolven zijn weer een vast onderdeel van de Nederlandse natuur. Sinds hun terugkeer, zorgen ze voor veel discussie. Boeren maken zich zorgen over aanvallen op hun vee, terwijl natuurbeschermers juist kansen zien voor een rijkere biodiversiteit. Ook jagers volgen de ontwikkelingen op de voet, omdat wolven invloed hebben op wildpopulaties en daarmee op de jacht. Om beter te begrijpen hoe wolven zich gedragen en wat ze eten, is uitgebreid onderzoek gedaan naar hun voedselpatroon. Die kennis helpt om beleid te maken en om te zoeken naar manieren waarop mens, vee en wolven beter naast elkaar kunnen leven.
door Eric Bergmeester, gepubliceerd op www.bergmeester.nl op 27 mei 2025
Wat eten wolven in Nederland?
In 2023 onderzochten wetenschappers het eetgedrag van wolven in Nederland. Ze verzamelden en analyseerden ruim 700 keer wolvenpoep om te bepalen welke dieren de wolven hadden gegeten (bron 1: Universiteit Leiden e.a., 2025). Op de Veluwe eten wolven vooral wilde dieren, zoals wilde zwijnen (62%), reeën (56%) en edelherten (32%). Omdat deze dieren daar in groten getale voorkomen, vallen wolven niet vaak vee aan. Schapen vormen slechts zo’n 5% van hun dieet en natuurrunderen worden nauwelijks gegeten.
In Drenthe ligt dat anders. Daar mogen grote wilde dieren zoals edelherten en wilde zwijnen niet leven (het zogeheten nulstandbeleid). Hierdoor zijn reeën de enige wilde prooidieren die de wolven in grotere aantallen kunnen vinden. Reeën maken dan ook 63% uit van het wolvendieet in Drenthe. Maar opvallend is dat wolven hier ook veel vaker natuurrunderen (43%) en iets meer schapen (10%) eten dan op de Veluwe.
Het is belangrijk om te zeggen dat in beide gebieden niet alleen schapen, maar ook andere dieren worden gebruikt voor natuurbegrazing. Het gaat dus niet alleen om het feit dat er in Drenthe meer vee is, maar ook om het gebrek aan wilde hoefdieren en de beperkte variatie daarvan buiten de Veluwe.

Waarom vallen wolven toch vaak schapen aan?
Veel mensen denken dat wolven vooral jagen op schapen, maar dat klopt niet. Wolven doden soms meer dieren dan ze opeten. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij schapen, die vaak niet wegrennen zoals wilde dieren dat doen. Wolven maken hier gebruik van en kunnen dan meerdere dieren doden, een gedrag dat “surplus killing” heet (bron 2: Lelieveld, 2025). Soms worden wolven ook gestoord door mensen en laten ze hun prooi liggen. De dode schapen worden ook vaak snel opgeruimd. Hierdoor kunnen wolven niet langer eten van de gedode schapen. Daardoor lijkt het soms alsof wolven meer eten dan ze echt doen.
Een deel van de aanvallen komt mogelijk van jonge, zwervende wolven die nog niet bij een vaste groep horen. Deze jonge wolven, ook wel “floaters” genoemd, oefenen op hun eigen manier met jagen. Voor hen zijn onbeschermde schapen een makkelijke prooi.
Uit onderzoek blijkt dat schapen maar een klein deel vormen van het totale voedsel van wolven in Nederland. Wilde dieren zoals reeën en zwijnen zijn veel belangrijker in hun dieet.
Wolvendrollen van wolven die leven in een territorium worden makkelijker gevonden dan de drollen van wolven die zwerven. In dit onderzoek zijn bekende territoria onderzocht. In een vervolgonderzoek kan nader onderzocht worden wat de invloed is op het dieet of een wolf leeft in een roedel, paar of zwervend. Een aanname is dat zwervende wolven eerder makkelijke prooien, zoals schapen, kiezen.
Grazers zijn belangrijk voor natuurbeheer
Schapen, runderen en andere grazers zijn belangrijk voor de natuur. Ze zorgen ervoor dat landschappen openblijven, er verschillende planten kunnen groeien en meer variatie in het landschap ontstaat. Ondanks dat natuurrunderen door wolven worden gegeten wil Staatsbosbeheer blijven werken met begrazing, maar onderzoekt manieren om de dieren beter te beschermen tegen wolven. Eén van die manieren is het versterken van kuddes, zodat dieren weer leren hoe ze zich samen kunnen verdedigen tegen roofdieren.
In het gebied op de Zuidwest-Veluwe is ervaring opgedaan met aangepast gedrag van runderen. Hier bleken natuurrunderen, Sayaguesa-runderen, zich aan te passen aan de aanwezigheid van wolven. Ze vormen hechtere kuddes en beschermen hun kalveren actiever (bron 3: Natuurmonumenten, 2021). Hiervoor is het noodzakelijk een meer natuurlijke opbouw in leeftijd in de kudde te laten ontstaan, zodat de kudde ervaring opbouwt met het samenleven met wolven.
Stop met jagen en voorkom predatie landbouwdieren
Om te voorkomen dat wolven zich richten op landbouwdieren kan het nulstandbeleid aangepast worden en kun je meer wilde prooidieren toestaan, zoals edelherten, damherten of wilde zwijnen. Als die in grotere aantallen voorkomen, zullen wolven daar liever op jagen dan op schapen of runderen. Wolven maken immers geen onderscheid tussen wilde en gehouden dieren – ze kiezen wat het meest beschikbaar is (bron 2: Lelieveld, 2025).
Jagers volgen het wolvenonderzoek nauwlettend, omdat wolven een natuurlijke vijand zijn van wilde hoefdieren zoals reeën en edelherten, die ook door jagers worden bejaagd. Hoewel wolven de populaties van deze dieren reguleren en zo bijdragen aan een gezonde natuur, kan dat ook invloed hebben op de jachtquota. Jagers pleiten daarom voor een goede balans tussen wolvenbeheer en wildbeheer (bron 5: Jagersvereniging Nederland, 2024).
Wolven kunnen echter de rol van wildbeheer van jagers prima overnemen. Dit blijkt ook uit de praktijk. Sinds de terugkeer van wolven is actief wildbeheer op delen van de Veluwe gestopt. Natuurmonumenten heeft op de Zuidwest-Veluwe positieve ervaringen met het stopzetten van de jacht. Wolven nemen de natuurlijke rol over in het beheer (bron4: Natuurmonumenten, 2023). Dit geeft een nieuw perspectief, namelijk stoppen met beheerjacht op wilde hoefdieren.
Bijkomend voordeel is dat wolven beter in staat zijn de zwakke en zieke dieren te bejagen, dan dat mensen dit kunnen. Hierdoor ontstaat een vitalere en natuurlijkere samenstelling van het wildbestand (bron 6: Kennisbank wolven in Nederland).

Wolven hebben dus een voorkeur voor wild
Uit het onderzoek naar het dieet van wolven in Nederland blijkt dat wolven zich vooral voeden met wilde hoefdieren zoals reeën, wilde zwijnen en edelherten. In gebieden waar deze dieren minder voorkomen, zoals Drenthe, eten wolven vaker natuurrunderen en in mindere mate schapen. Of natuurrunderen door wolven worden gedood of dat deze op natuurlijke wijze zijn overleden en als aas opgegeten worden, kan op basis van het onderzoek niet worden vastgesteld. Hoewel wolven regelmatig schapen aanvallen, vormt dit slechts een klein deel van hun totale dieet. Dit kan deels verklaard worden door gedrag zoals surplus killing, het verlies van vluchtinstinct bij gedomesticeerde schapen en dat gedode schapen snel worden opgeruimd.
De variatie in het dieet laat zien dat wolven zich goed kunnen aanpassen aan verschillende leefomstandigheden en prooiaanbod. Ook blijkt uit ervaringen, bijvoorbeeld op de Zuidwest-Veluwe, dat natuurrunderen zich kunnen aanpassen aan de aanwezigheid van wolven door sociaal en beschermend gedrag te ontwikkelen.
Om het samenleven tussen mens, vee en wolven in Nederland te verbeteren, kan het helpen om meer wilde hoefdieren toe te laten in gebieden zoals Drenthe (dat geldt ook voor andere delen van Nederland met nulstandbeleid). Hierdoor krijgen wolven meer natuurlijke prooien en neemt de druk op landbouwdieren af. Dit is een natuurlijke manier van een preventieve maatregel. Daarnaast zijn overige preventieve maatregelen en samenwerking met veehouders belangrijk om schade verder te beperken.
Dit onderzoek biedt voor het eerst objectieve en gedetailleerde inzichten in het voedingspatroon van wolven in Nederland. Deze kennis vormt een belangrijke basis voor het ontwikkelen van beleid en maatregelen die bijdragen aan een vreedzaam en duurzaam samenleven van wolven, mensen en hun landbouwdieren. Het voorzetten van dit onderzoek kan meer inzicht geven.